Tijdens mijn bezoek in het Stedelijk Museum was er naast de drukbezochte expositie over Ed van der Elsken nog een tentoonstelling, die van de Zwitserse kunstenaar (1925-1991) Jean Tinguely.
Hij groeide op in Basel, maar verhuisde als jongvolwassene naar Parijs om zijn carrière in de kunst te beginnen. Hij was deel van de Parijse avantgarde en het Nouveau réalisme. Tinguely begon eerst met schilderen, maar dat lukte niet helemaal. Hij vond dat een werk zoals een schilderij nooit echt af kon zijn, een werk is volgens hem pas af is als het beweegt.
Tinguely begon eerst met het laten bewegen van werken van andere kunstenaars, zoals de suprematistische schilderingen van Malevich(Meta-Malevich).
De componenten in dit werk en in zijn andere werken liet hij draaien met radar- en motortjes.
fimpje
fimpje
Tinguely wilde figuurlijk maar ook letterlijke stijfheid van kunst doorbreken. Hij refereert naar mensen die vroeger voorwerpen maakten, dat wij in deze tijd nu kunst noemen, terwijl het in de tijd dat het gemaakt werd niet bedoeld was als kunst. ‘’It was just guys doing things’’, zei hij.
Met deze insteek begon hij zijn eigen voorwerpen te maken met oude materialen. Tinguely vond dat de lelijkheid gevierd moest worden, en dat kun je terugzien in zijn creaties. Rare vormen die bij elkaar zijn gebracht en bewegen, met een humoristische of filosofische betekenis erachter.
Tinguely zei dat de machines eigenlijk niks doen, ze kunnen mensen irriteren of juist fascineren. Hij wilde machines creëren die over machines gaan, oftewel meta-machines. Tinguely viel ook op omdat hij zijn publiek betrok bij zijn werk. Het publiek mag de machine bijvoorbeeld aanzetten door middel van een grote knop, die uitnodigt tot interactie.
Homage to New York 1960 |
Study for an End of the World No.2 1962 |
De filosofische gedachte achter machines die zichzelf vernietigen valt breed te interpreteren. In oorlogen verrichten machines zoveel schade aan gebouwen en mensen, dus wat voor gedachten roept het bij de mens op als je een machine zichzelf laat stukmaken? Persoonlijk zie ik het als reflectie op jezelf: van ruzie maken (oorlog) maak je jezelf (of het land) kapot, terwijl misschien denkt dat je jezelf aan het beschermen bent. De schade die het bij je oplevert kom je pas later achter.
In 1961 was er in het Stedelijk Museum Amsterdam een tentoonstelling Bewogen Beweging, met kinetische kunst van verschillende makers waarbij het werk van Tinguely uitblonk. Een jaar later mocht hij nog een tentoonstelling maken, genaamd Dylaby. Het werd een groot succes bij het publiek. De tentoonstelling was ingericht als een soort kermis met ruimtelijke installaties van verscheidene kunstenaars, waarbij de vraag werd gesteld of dit (spelen)wel mocht of thuishoort in een museum.
Midden jaren tachtig kreeg Tinguely een hartaanval. Na zijn herstel maakte hij nog wel vrolijk werk, maar het werd ook donkerder. Een werk uit deze tijd is de Mengele Totentanz(1986). Dit is werk is te beschrijven als een soort orkest van machines die tegelijkertijd bewegen. De machines doen mij denken aan opgeviste oude fietsen uit de gracht, helemaal verroest. Ik wist nog niks over Tinguely dus ik schrok ook een beetje toen de voorwerpen opeens gingen bewegen, met hoog gepiep en al. Al gauw verschoof mijn aandacht van de machines naar de schaduwen die ze creëerden op de muren, een beetje spookachtig maar fascinerend. Na onderzoek blijkt dat dit werk gaat over een brand bij het landbouwbedrijf Mengele waarvan Tinguely getuige was, en dat het werk bestaat uit de overblijfselen van diezelfde brand. Verder las ik dat het ook verwijst naar de concentratiekampen in de Tweede Wereldoorlog.
In 1991 overleed hij. Hij kreeg een staatsbegrafenis in Zwitserland, wat liet zien hoe belangrijk hij als kunstenaar geweest is voor het land. Jean Tinguely is één van de grootste boegbeelden van de kinetische kunst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten